Ga met je voeten iets meer dan schouderbreed staan, de tenen wat verder uit elkaar dan de hakken. In feite zou je zo moeten staan dat je comfortabel naar beneden kunt zakken. Sta met rechte rug, lekker ontspannen, knieën natuurlijk licht gebogen. Leg je handen ontspannen over elkaar heen over je Dantian. Maak je geest leeg. Adem ontspannen naar beneden. In gedachten kun je even door je lichaam wandelen en waarnemen. Kijk of er ergens in je lichaam wat spanning voelbaar is, of zelfs pijn. Registreer deze blokkades alleen maar even, je hoeft er niets mee te doen.
Dan komen de handen los van de buik en gaan de polsen naar voren en omhoog, tot ongeveer schouderhoogte. Daar aangekomen strek je je vingers. Dan zakken je handen weer terug in de richting van je buik, terwijl je iets dieper door je knieën zakt. Als je last van je benen krijgt (de oefening is voor nieuwelingen tenslotte best zwaar voor de benen) mag je bij de oefeningen voor de andere elementen wat omhoog komen en de benen zo wat ontlasten. Je handen blijven op zo’n tien tot vijftien centimeter voor je buik hangen. Zorg er voor dat je ontspannen staat en dat je vingers losjes geopend zijn.
1. Aarde
De positie waarin je nu staat is de houding die hoort bij het element Aarde. Je handpalmen wijzen daarbij naar je buik. Ga met je aandacht naar drie punten: de Laogong-punten midden op je handpalmen en je Dantian. Voel hoe die drie punten gaan tintelen en warm worden. Misschien kun je zelfs een lichte magnetische werking tussen de drie punten waarnemen. Blijf je enige tijd (bijvoorbeeld een minuut, twee minuten) concentreren op die drie punten. Het element Aarde is het centrale element. Bij elke overgang van het ene element naar het andere kom je een keer langs Aarde. Je kunt je voorstellen dat wanneer het ene element, met al zijn bijzondere karakteristieken, overgaat in het andere, dat er dan ergens even een moment van absolute harmonie is: Aarde. Neem dan telkens een korte periode rust – steeds weer 1 à 2 minuten – en concentreer je op de handpalmen en vingertoppen. De volgorde van de elementen is die van de voedende cyclus: aarde voedt metaal, metaal voedt water, water voedt hout, hout voedt vuur en vuur voedt aarde.
2. Metaal
Je handen draaien omhoog tot ze zich ongeveer op borsthoogte bevinden, met de vingertoppen omhoog gericht. Hou de oksels wel licht geopend. De handen zijn zo’n tien tot vijftien centimeter uit elkaar, alsof je een balletje tussen je handen hebt. Op de inademing beweeg je je handen nu uit elkaar. Op het uitademen beweeg je ze weer naar elkaar toe. Doe dat 3, 5 of 7 keer, heel rustig en geconcentreerd. Blijf je focussen op je handpalmen en vingertoppen. Voel de zachte magnetische werking tussen je handen. Om de oefening van het element Metaal af te ronden draai je je handen weer naar beneden, tot ze weer voor je Dantian hangen, met de handpalm naar de buik gericht. Neem weer even rust en concentreer je op de driehoek – of stel je een zacht bal voor – tussen je Laogong-punten en je Dantian.
3. Water
Voor de oefening die bij het element Water hoort blijven je handen in dezelfde positie. Op een inademing beweeg je je lichaam omhoog. Op de uitademing laat je je vervolgens zakken. Ga daarbij niet te ver, je weet: het moet lekker blijven. Vaak wordt gezegd dat je maar tot 80% moet gaan van wat je zou kunnen. Maar aangezien niemand precies weet wat 80% is hou ik het liever op die aloude Chinese wijsheid: het moet lekker zijn. Doe deze oefening 3, 5 of 7 keer. Om af te sluiten kom je maar gedeeltelijk omhoog, tot je weer in de Aarde-positie staat. Neem weer even rust en concentreer je op de Laogong-punten en je Dantian.
4. Hout
Voor de Hout-oefening draai je je handpalmen omhoog en je vingertoppen naar voren, alsof je voor je buik een schaal vasthoudt. Stel je voor dat voor je bovenlijf een omgehakte boomstam ligt, of dat zich daar een houten stuur bevindt. Je handen gaan vervolgens op de inademing in een cirkelbeweging omhoog, op de uitademing omlaag. Probeer die houten cirkel echt te voelen. Doe deze oefening 3, 5 of 7 keer. Om af te sluiten draai je je handen, zodra ze weer beneden zijn, naar je buik zodat je weer in de Aarde-positie staat. Neem weer even rust en concentreer je op de Laogong punten en je Dantian.
5. Vuur
Voor het element Vuur komen je handen omhoog, tot ze op harthoogte hangen, iets meer voor de linkerkant van je lichaam (de rechterhand boven). Stel je voor dat je een kleine bal tussen je handen houdt. Op de inademing beweeg je de handen uit elkaar, op de uitademing weer naar elkaar toe. Concentreer je op de handpalmen en de vingertoppen. Voel ook nu de zachte magnetische werking. Doe deze oefening 3, 5 of 7 keer. Dan draai je de bal naar de andere kant van je lichaam, de andere hand komt daarbij boven, en je herhaalt het geheel. Om af te sluiten draai je je handen, zodra ze weer beneden zijn, naar je buik zodat je weer in de Aarde-positie staat. Neem weer even rust en concentreer je op de Laogong-punten en je Dantian.
Afsluiting
Als je zo voor het laatst in de Aarde-positie staat, kun je nog even wat spelen met Qi. Beweeg bijvoorbeeld eens even rustig één vinger, en neem waar of je dat in de andere hand kunt voelen. Of beweeg een hand, heel rustig. Je kunt ook beide handen van je buik wegbewegen, en dan weer richting buik laten zakken (zonder de buik aan te raken). Doe dat een paar keer en leg dan beide handen over elkaar heen over je Dantian. Blijf even rustig zo staan, om de Qi in de Dantian te verzegelen. Terwijl je zo staat kun je weer even in gedachten door je lichaam wandelen en kijken of er iets veranderd is door de oefeningen. Wát er veranderd is.
Tenslotte beweeg je je handen naar voren en omhoog tot ongeveer schouderhoogte, terwijl je zelf ook weer omhoog komt. Dan laat je je handen heel rustig weer naast je lichaam zakken. Loop even rustig rond.