“Meester, wat is meditatie?” vroeg een leergierige leerling.
Zijn leraar nam hem mee naar het nabijgelegen meertje. Hij stak zijn hand in het water en bewoog die even, zodat het water in beweging kwam.
“Kijk eens in het water en zeg me wat je ziet,” zei hij tegen zijn leerling. Die boog voorover en keek.
“Ik zie water dat beweegt, meester.”
“Heel goed. En kijk nu nog eens.”
De leerling boog zich weer voorover en keek in het water, dat nu al rustiger was geworden. Hij zag zijn spiegelbeeld.
“Nu zie ik mezelf, meester.”
“Goed zo. En kijk nu nog eens.”
Nogmaals boog de leerling en keek. Het water was nu helemaal tot rust gekomen, was helemaal glad.
“Nu zie ik de stenen op de bodem, meester.”
Zijn leraar glimlachte en zei: “Dat is meditatie.”