Afgelopen week kregen we het in een van de lessen over Taoïsme. En over Boeddhisme en Confucianisme. Vervolgens vroeg iemand of dat er een vergelijking kon worden gemaakt met het katholicisme. Nee dus. Maar het inspireerde me wel om eens iets te schrijven over de Chinese kijk op de oorsprong der dingen. Eigenlijk meer filosofie dan religie dus.
De Chinese kijk op de wereld werd lang geleden geboren in het animisme. Alles is met elkaar verbonden, en het begrijpen van die onderlinge relaties is van fundamenteel belang. De wereld is dus een enorme hoeveelheid relaties, een complex geheel aan onzichtbare draden. Je zou kunnen zeggen: een matrix. Ook in de moderne Chinese maatschappij kun je absoluut niet overleven zonder dat netwerk. Er is een Chinees begrip voor: Guanxi. Maar dat netwerk is er niet altijd geweest. Alles heeft een oorsprong. In onze moderne westerse maatschappij noemen we dat centrale punt: de oerknal. Wij zien dat als het begin der dingen. Chinezen denken niet zo lineair, ze denken in cycli. In een ‘ervoor’ en ‘erna’.

10.000 dingen
Hemel, Aarde, Mens. Dat is een belangrijk concept in het Chinese denken. De Hemel staat voor de tijd, de Aarde voor ruimte. We leven in een wereld van ruimte-tijd, van de 10.00 dingen die ons omringen, en een ontstaanspunt. Maar de Chinezen geloven ook dat er iets was daarvóór. Voordat de wereld die wij kennen ontstond was er iets dat wordt genoemd: ‘de grote leegte’. Deze leegte, dit vacuüm, wordt genoemd Wuji 無機. Je zou het kunnen vertalen als ‘geen pool, of ‘geen tegenpool’. Het ultieme niets. Vanuit deze leegte ontstond Tai Chi 太極, wat je kunt vertalen als extreme pool. Er was beweging.
Even een kleine kanttekening. Wij zeggen altijd dat we Tai Chi beoefenen. Voor de Chinezen klinkt dat nogal barbaars. Tai Chi is de filosofie, zoals je hier kunt lezen is het een essentieel begrip uit hun visie op het ontstaan der dingen. Wat wij beoefenen is Tai Chi Chuan. De toevoeging Chuan betekent vuist. Tai Chi Chuan kun je vertalen als Ultieme Verheven Vuist. In dit verhaal moet ik dit wel even rechtzetten. Overigens zijn er natuurlijk relaties. De beginhouding van Tai Chi Chuan heet Wuji, grote leegte. Aan het einde van de vorm keer je weer terug naar Wuji. De vechtkunst is dus eigenlijk een afspiegeling van de filosofie. Van het cyclische denken.

Tai Chi, de extreme polen, zijn Yin en Yang. Twee polen die elkaar aanvullen, completeren. Licht en donker. Warmte en kou. Op en neer. Links en rechts. Even, oneven. Elk van deze dingen krijgt alleen betekenis door het bestaan van de ander. De Chinezen spreken hier van Liangyi 兩儀, waarbij we in en Yang helder onderscheiden zien. Liangyi is te vertalen als ‘twee verschijningen’.
Tai Chi wordt vaak aangeduid als een spiraal. Er ontstaat beweging, maar er is nog geen onderscheid, er zijn nog geen twee. Uit Tai Chi wordt dan Liangyi geboren. Uit Wuji wordt één geboren (Tai Chi), één wordt twee (Liangyi). Grappig dat het Yin-Yang-teken het symbool voor Tai Chi Chuan is geworden, eigenlijk is dat dus incorrect. Officieel heet het trouwens: uit Wuji kwam één voort, één werd twee, twee werd drie en drie werd de tienduizend dingen.

Oerknal
Wuji is eigenlijk de toestand voor de oerknal. We weten dat het er is, maar kunnen het niet begrijpen. De Chinezen verwijzen naar deze toestand als Xiantian先天, “voor-hemels”. Tai Chi is het ontstaan van het heelal uit de oerknal. De Chinezen spreken dan van Houtian 後天, “na-hemels”.
Mijn leraar, dr. Xie Peiqi, gaf aan dat Xiantian refereert aan ‘voordat het universum zich deelde en werd onderverdeeld in alle dingen’. Na-hemels verwijst naar de realiteit zoals we die kennen, zo zegt dr. Xie, de werkelijkheid die vorm heeft gekregen.
Voor de oerknal waren tijd en ruimte één. Xiantian is bewegingsloos. Het wordt ook wel omschreven als staat van ultieme balans en harmonie. Het paradijs, zouden anderen zeggen. De staat waarin alle natuurlijke en menselijke energie de ideale blauwdruk van de wereld volgt, de matrix die onder de realiteit ligt. Na de oerknal, in het na-hemelse, ontstaan cycli, veranderingen van Yin en Yang en hoe bewegingen van Qi de verhoudingen in de wereld beïnvloeden (Hemel, Aarde, Mens).
Er is nog een interessante parallel met de Traditionele Chinese Geneeskunde. Voor de Chinezen kunnen dingen macro en micro worden gezien. Zo kan de oerknal worden gezien als jouw geboorte. Met een voor-geboortelijke fase en uiteraard – nageboortelijk – jouw leven. Xiantian en Houtian kan worden vertaald als voor-hemels en na-hemels, maar ook als voor-geboortelijk en na-geboortelijk. In het westen wordt voor-geboortelijk ook vaak aangeduid als voor-hemels, maar dat vind ik persoonlijk een beetje een foute ‘vertaling’.

Voorouderenergie
Je komt in deze wereld met een bepaalde hoeveelheid Qi, die je meekrijgt van je ouders (en je voorouders; je genetisch materiaal zou je kunnen zeggen). Die voor-geboortelijke energie kan niet (of heel moeilijk) worden aangevuld. Op is op. Als die voor-geboortelijke energie op is, ben je dood.
Er waren in het verleden mensen die op zoek waren naar goud. We noemen ze wel alchemisten. Ze waren niet op zoek naar echt goud, maar naar die uiterst kostbare voor-geboortelijke energie. Als je die zou kunnen opwekken dan leef je langer. Er wordt gezegd dat de oude Taoïsten oefeningen hebben ontdekt om voor-geboortelijke energie op te wekken.
Als we kijken naar de oefeningen die we doen dan heb je dus binnen het veld van Qigong ook twee varianten: Xiantian Gong en Houtian Gong. Voorgeboortelijk is de ontwikkeling – Wuji – 1 (Tai Chi) – 2 Liang Yi) – 3 (San Cai) – 10.000 dingen. Het is de lijn vanuit het ontstaan van de wereld vanuit de grote leegte. Nageboortelijk: we zitten midden tussen de 10.00 dingen en bewegen naar Sancai, Liangyi, Wuji en dus terug naar de Tao. We doen ons best om terug te keren naar de Grote Leegte.
Als we oefeningen doen, is dat meestal in de na-geboortelijke lijn. We proberen de totale leegte te bereiken. Xiantian Gong, oftewel voor-geboortelijke oefeningen, zijn minder bekend en er bestaan veel misverstanden over. Dat heeft oof veel met de recente geschiedenis te maken. Mao schreef bijvoorbeeld toen hij nog jong was al dingen om de beoefening van Xiantian Gong in discrediet te brengen. Dat is begrijpelijk, want Xiantian Gong draagt niet bij aan de communistische idealen en is eigenlijk strijdig met het beeld van de mens die werkzaam is in de wereld en productief, concepten die belangrijk zijn voor een politicus. Je vindt dergelijke oefeningen onder andere benamingen, zoals Jinggong 靜功 (Verstilling Oefening) en Donggong 動功 (Beweging Oefening).

Fundament
Vanuit wat ik hierboven heb beschreven kun je nu iets begrijpen van de diepere betekenis van deze oefeningen, dat het niet alleen maar statische of bewegende oefeningen zijn. Jing 靜 is gerelateerd aan Wuji, Dong 動 aan Tai Chi, Sancai, enzovoorts. Ik ga een poging wagen om dit nog iets helderder te maken.
Binnen het Taoïsme bestaat er een Xiantian Tao sekte, die een methode hanteert die heet ‘De methode om terug te keren naar Xiantian (voor-hemel). Het eindstadium van deze methode houdt in dat de beoefenaar de ‘mysterieuze poort’ vindt, ook wel bekend als de voorhemelse poort of the Wuji poort. De beoefenaar gaat door deze poort en reist door het rijk van de voor-hemel. Alle oefeningen om de hieraan voorafgaande stadia te doorlopen vallen nog onder Houtian (na-hemels). Dus – een beetje ingewikkeld – terwijl de methode wordt geacht voor-hemelse oefening te zijn, is de meerderheid hiervan in werkelijkheid na-hemels. En het wordt pas voor-hemels als je het met succes beoefent.
Dit geldt in zijn algemeenheid voor alle voor-hemelse oefeningen. De meeste Taoïsten leren dan ook een solide fundament van na-hemelse oefeningen, om zich goed voor te bereiden. Het impliceert echter niet dat het fundament persé nodig is, noch dat het fundamentele werk tot succes zal leiden.

De weg terug
De weg terug naar de Tao is niet moeilijk. Als je doodgaat kom je er vanzelf. Ingewikkelder is het om ten tijde van je leven al terug te keren en de grote leegte te betreden. De enige weg is loslaten. Alles laten vallen wat niet echt van jou is. Volg de broodkruimels van je intuïtie en vind je pad. Hoe meer ervaring je hebt met alle manieren waarop Qi zich manifesteert en waarop het verandert, inzicht hebt in de ritmes en cycli, hoe gemakkelijker het wordt om de broodkruimels te volgen.
In onze oefeningen heb ik het geregeld over het verfijnen van je levensenergie, van Jing naar Qi, naar Shen, naar Wuji, naar Tao. Er is in de lessen weinig tijd om het te hebben over het pad terug, om deze cyclus te voltooien. De terugkeer van het licht naar de Shen, het verzamelen van alle Shen die sinds onze geboorte verspreid raakte en verloren ging, en dat terugbrengen naar de Dantian om onze Jing te versterken, en dus ons lichaam. Dit is Taoïsme, dit is klassieke alchemie.